Bestuurders hebben vaak de mond vol over moreel leiderschap, maar nemen ze hun medewerkers ook daarin mee? Dat waag ik te betwijfelen. Verdiepen directeuren zich na het volgen van hun dure trainingen “Leiderschap” ook werkelijk in wat medewerkers beweegt en motiveert? Door ruimte te creëren en tijd te nemen voor de vraag of medewerkers van hun organisatie zich gelukkig voelen in hun werk.
Er wordt heel wat gemopperd in de baas zijn tijd. De onvrede over en in ons werk lijkt almaar toe te nemen. Recent stakende onderwijzers waren al een unicum. Ook de actie vandaag van de wijkverpleging door de zorg van hun cliënten voorop te stellen en niet langer de administratieve rompslomp. Maar niet alleen in de zorg en het onderwijs is er onvrede. Er is ongenoegen alom. Het aantal burn-out gevallen onder jonge mensen is snel gestegen. De arbeidsmarkt is scheef gegroeid met 1 miljoen vacatures tegenover 404.000 werkzoekenden. De petitie aan het kabinet vanuit het TV programma Radar om te pleiten voor een proef met een basisinkomen voor mensen van 55+ om ze te ontheffen van hun sollicitatieplicht.
Ondernemers niet blij met hun personeel
En in een onopvallend klein bericht stond in de Volkskrant (18 november 2017): “Ondernemers vaak niet blij met hun personeel”. De uitkomst van een onderzoek onder 600 MKB ondernemers en directeuren was dat zij bijna 30% van hun personeel achteraf niet opnieuw zouden aannemen. Een op de vijf (20% dus) van die ondernemers zou meer dan 50% van hun personeel liever kwijt kan rijk zijn. Een bedroevende realiteit van twee werelden.
Ontevredenheid, onrechtvaardigheidsgevoel en machteloosheid klinken vaak door bij de gesprekken rond de koffieautomaat. Prestatiedwang of een algemeen gebrek aan waardering voor het werk zijn vaak gehoorde klachten. Het zijn menselijke emoties. Die gevoelens van onvrede, de emoties verdwijnen echter niet vanzelf. En al helemaal niet door te mopperen.
Ik denk dat organisaties hun medewerkers nog steeds beschouwen als functionarissen en niet als mensen. Functionarissen die als radartjes in een machine zich moet voegen naar de commerciële doelstellingen, de winstmarges, de mission statements, de regels van goed bestuur, van medezeggenschap, van klachtencommissies etc. Met soms ook onaangename gebeurtenissen zoals reorganisatie en ontslag. Waarna ze weer terecht komen in de regels en bureaucratie van uitkeringsinstanties.
Je mens-zijn hang je toch niet aan de kapstok bij binnenkomst op kantoor?
Hoe zou het zijn als de directeur ook eens bij de – figuurlijke -koffieautomaat kwam staan? En hun medewerkers zouden vragen of ze gelukkig zijn in het werk. Naar wat hen bindt met de doelstelling van de organisatie of hun collega’s en de manier van samenwerken. Directeuren doen dat vrijwel niet. Ze horen hooguit iets vanuit de Ondernemingsraad, keurig geregisseerd. Of misschien uit de resultaten van het “medewerkers tevredenheidsonderzoek” dat de verkeerde zaken meet. Het lijkt wel of medewerkers alleen gelukkig mogen zijn vóór negen uur en ná vijf uur en in het weekend. Mens-zijn ben je 24/7. Je mens-zijn hang je toch niet aan de kapstok bij binnenkomst op kantoor*?
Ik zou daarom willen pleiten voor meer momenten van reflectie in organisaties. Waaraan de directeur of manager en álle medewerkers deelnemen. Nee, geen heisessie met kleiduivenschieten. Maar echt met elkaar, zonder gestoord te worden door mobiele telefoon of agenda’s, maar met tijd, rust en aandacht voor vragen stellen en luisteren naar ieders kijk op wat je belangrijk vindt in het leven én in je werk.
Cursus levenskunst
Noem het een cursus levenskunst. Onder leiding van de baas en in zíjn tijd. Een belangrijk onderdeel daarvan zou wat mij betreft zijn dat medewerkers onafhankelijke leren denken. In het werk én privé krijgt iedereen te maken met tegenslag en weerstanden. Ups en downs horen bij het leven. Maar levenskunst kan zorgen dat je onafhankelijker tegen tegenslag aankijkt. Sterker nog, je weet dat het altijd, bij iedereen gebeurt. Door je zelf een spiegel voor te houden bij de manier waarop je reageert op dingen die je niet aanstaan, krijg je inzicht wat gebeurtenissen met je doen. De bekende Stoïcijnse filosoof Epictetus schreef al: “Mensen lijden niet door de gebeurtenissen maar door hun mening over die gebeurtenissen.”
Het wordt op die manier een sport, een uitdaging, om steeds weer aan jezelf te vragen waarom je je ergert aan je baas, aan de gang van zaken in een vergadering, aan het te laat komen van je collega etc. Het leert je inzien wat jij zelf belangrijk vindt. Door er met medewerkers en collega’s over te praten, snijdt het mes aan twee kanten. Je ontdekt wat voor jou belangrijk is én voor de ander. Welke waarden jij belangrijk vindt. Voor je werk, dus ook in je leven (die kapstok). En misschien ontdek je dat het in jouw organisatie wel meevalt of dat de waarden van jouw bedrijf helemaal niet aansluiten bij de jouwe. Of dat er situaties zijn waarop je eigenlijk geen invloed kan uitoefenen. Epictetus had hierover een treffende uitspraak: “Geef me de moed om alles te accepteren wat niet in mijn vermogen ligt, de energie om alles te veranderen wat wel in mijn vermogen ligt, en de wijsheid om die twee te onderscheiden.”
Coaching en filosofie
Een interessante, bekende, methode die hiervoor kan worden gebruikt is de RET of REM, de Rationele Effectiviteits Training of Rationeel Emotieve Methode van Dr. Albert Ellis (1913). Hierin zijn de principes van Stoïcijnse filosofen verwerkt. Die zelfde principes zijn ook toe te passen op vormen van coaching. Coaching gebeurt dan niet door een coach met een opdracht vanuit de organisatie om aan de slag te gaan met de coachee. Opdat de coachee denkt te weten hoe hij/zij zijn talenten benut, alles uit zichzelf haalt in het werk en daarmee gelukkig wordt – het liefst weer bij het bedrijf dat de coaching betaalt. Of misschien juist liever elders. De Stoïcijnse filosofie maakt het mogelijk iemand te leren om te gaan met tegenslagen. En daarmee uiteindelijk leert onafhankelijk te denken. Die benadering is niet alleen nuttig voor het werk, maar – zeker en vooral – ook voor privé (weer die kapstok).
Je leert de eigen gedachten te ordenen en daarmee jouw kijk op een gelukkig leven, zonder allerlei onnodige emoties die juist verlammend werken. Dat betekent niet dat iemand egoïstisch en emotieloos wordt. Het zorgt voor onafhankelijkheid, zekerheid en zelfvertrouwen in het werk én in het leven buiten het werk.
Technologie en het belang van waarden
Het zou zomaar kunnen dat de stakende onderwijzers, de muitende wijkverplegers, de tegendraadse bezorgers van Deliveroo etc, aan het begin staan van een beweging van onderaf. Om aan de bestuurders te laten zien dat het anders moet. Omdat iedereen werk wil doen dat ertoe doet: de essentie van werk vinden, mensen verzorgen, gelukkig of beter maken, mooie producten of diensten leveren, samenwerken, met waardering voor ieders creatieve bijdragen, voor echte voldoening. Tegen een beloning die mensen ook in materieel opzicht onafhankelijk maakt.
Het zou geweldig zijn als organisaties deze ruimte voor reflectie creëren voor alle medewerkers en dit soort bespiegelingen niet beperken tot de boardroom of directievergaderingen.
Dan gaan bestuurders en beleidsmakers zich hopelijk realiseren dat andere waarden centraal moeten staan dan organisaties nu etaleren. Zelfs als de disruptieve technologie steeds meer invloed krijgt op organisaties, zoals het Financieele Dagblad onlangs schreef (Peter Runhaar, 2-11-2017) na het congres voor HR TechWorld. Diverse thought leaders als Arianna Huffington stelden daar dat menselijke waarden veel meer centraal moeten staan, juist in relatie tot de technologie. Ik denk dat medewerkers meer tot hun recht komen als begrippen zoals: dialoog, loyaliteit, rechtvaardigheid, collegialiteit, menselijkheid, plezier en creativiteit centraal staan. Gelukkig leven en werken vormen aldus een mooie symbiose. Ook in de toekomst.
*Ir. R.H.J. Wolbrink: artikel Filosoferen over management en organisaties in Filosofische Praktijken
Lees meer over filosofie in organisaties:
– J. Kessels, E. Boers en P. Mostert: Vrije ruimte, filosoferen in organisaties. Hoofdstuk 1.
– Ir. R.H.J. Wolbrink: Stoïcijns coachen.
– Th. IJzermans, C. Dirkx: Beren op de weg, spinsels in je hoofd. Over de rationale emotieve trainingsmethode (RET).