Zoete koek

Het schoot zomaar door mijn gedachten: “ Kinderen zouden op school anders moeten leren denken….” Maar dat doen ze toch al voor rekenen, lezen, schrijven, geschiedenis of wiskunde? Het kwam misschien door de voortdurende verhitte discussies in de media over betweterige of juist onwetende burgers. Moeten we nu op zoek naar feiten of juist naar hun onderbuik? Als we nu eens bij het onderwijs beginnen, dacht ik. Leren anders te kijken naar de wereld om je heen. Naar wat je hoort, leest, ziet 24/7 op je mobiel. Het leek me wat arrogant.

En daar was ineens de column van Aleid Truijens (schrijfster, recensente en biografe) in De Volkskrant (19 november). Deze keer naar aanleiding van zo’n steekvlam (*) over de hype dat ouders steeds minder hun kinderen laten vaccineren. Een verschijnsel dat ineens ruime media-aandacht krijgt in de zoektocht naar duiding. Door nadrukkelijk de moeders aan het woord te laten om te weten wat hun beweegt. Een treffend voorbeeld van mondige burgers, die het gezag van huisarts en consultatiebureaus niet voor zoete koek slikken. Maar die lijken mee te gaan met roepers en toeters die op internet praten in krantenkoppen. In chocoladeletters. Zonder feiten of met onjuiste of onvolledige onderbouwing.

jansteen5

Laatbloeier

In de discussies dezer dagen is een tegenstroming te horen die beweert dat sommige mensen eigenlijk niet geïnteresseerd zijn in feiten. Helemaal niet op zoek willen naar de waarheid (*). Er te lui voor zijn. Of gewoon de instituties die het kunnen weten, niet willen geloven. Of verdrinken in het moeras van informatie. En dan maar afgaan op hun onderbuikgevoel. Maar stel dat je gelooft in de goede bedoeling van mensen en hem zijn luiheid of ongeloof niet wil verwijten om niet te willen verifiëren, te doorgronden. Wat kan je dan doen om mensen naar de wereld te laten kijken met een relativerende blik? Tja, dat onderwijs dan toch.

Aleid Truijens schrijft het letterlijk. “Waar laten hoogopgeleide ouders zich wel door overtuigen? Het opleidingspeil van de bevolking neemt gestaag toe.” En: “Dat met name hoogopgeleiden twijfelen aan de uitkomst van deugdelijk onderzoek is zorgwekkend. Het ‘complotdenken’, het laten prevaleren van ‘gevoel’ boven de feiten, de gedachte dat wetenschap ‘ook maar een mening is’, dat iets waar is ‘omdat het op Facebook staat’ – het zijn niet langer dwalingen van beklagenswaardige domoren en gekkies. Mensen die een hogeschool of universiteit hebben doorlopen doen soms vrolijk mee.”

Eigenlijk had ik ook een moeder met een kritische geest. De Cito-toets op de lagere school vond ze onnodig. Het was iets nieuws in die tijd, dat wel. In 1968 ontstond het officiële nationaal toetsingsinstituut, het Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling (CITO). Er waren geen social media om haar te beïnvloeden. Maar zij kende haar eigen kinderen het beste, mede ingegeven door haar relevante opleiding. Het advies voor mijn vervolgopleiding luidde immers al dat ik met moeite de huishoudschool zou halen. Mijn ouders legden de lat hoger en stuurden mij naar de mavo. Ik bleek een typisch geval van laatbloeier en behaalde later mijn atheneumdiploma. Mijn moeder kreeg gelijk. Zij slikte niet alles voor zoete koek.

Wijsneusjes

Truijens stelt in haar column dat de houding van die hoogopgeleide ouders iets zegt over ons onderwijs. Maar wat dan? Ze heeft wel enkele hypotheses. Jonge kinderen krijgen van jongs af aan te horen dat hun mening heel interessant is, ook al weten ze van toeten noch blazen. Dat maakt ze soms wijsneusjes. Een groot verschil met mijn eigen jeugd. Waarin weinig stimulans was voor discussie of dialoog. Voorstanders van deze tijdgeest juichen daarom toe dat je alles moet kunnen zeggen. Dan ontstaat er een dialoog. Dat zou inderdaad geweldig zijn. Maar van scheld- en schreeuwdiscussies in de (social) media leren we niets. Journalisten hebben hierin een grote verantwoordelijkheid (*). Artsen, wetenschappers en consultatiebureaus op hun beurt worstelen met de juiste benadering van deze twijfelende ouders. Moeten ze overtuigen, negeren, verplichten of alleen vragen en luisteren? In haar column schrijft Truijens: “De generatie die nu jonge kinderen heeft, is groot geworden met internet, op school en tijdens hun studie. Internet heeft de mogelijkheden van kennisverwerving enorm vergroot. Maar deze generatie is de eerste die zorgeloos het web op is gestuurd met: ‘Zoek het maar op!’, zonder dat hun is geleerd hoe en waar te zoeken, zonder dat iemand besefte wat ze daar voor interessants en onzinnigs zouden aantreffen.”

Praktische filosofie

“Op school zit je om te leren nadenken”, aldus Truijens. “Nu informatie overal is en permanent opvraagbaar, en de sociale media de belangrijkste poortwachters zijn, is het de taak van het onderwijs om jongeren door dat woud te loodsen. Hoe beoordeel je een bron? Wat is een mening, een veronderstelling, een feit? Hoe herken je argumenten, wat is feitelijke onderbouwing? Hoe werkt wetenschap? Wanneer is onderzoek betrouwbaar? Zo’n praktisch-filosofisch vak ontbreekt. Het zou het allerbelangrijkste schoolvak moeten zijn.” Wat mij betreft mogen daar vakken als debating en discussiëren aan toegevoegd. Waardoor echte dialogen kunnen ontstaan. Met respect voor elkaars standpunten. Prijzenswaardige dialogen zoals door Kees van der Staaij, die voor velen controversiële standpunten huldigt, maar altijd het gesprek aangaat. Hij ontving er deze week de Thorbeckeprijs voor.

Mijn moeder was praktisch ingesteld en gebruikte vooral haar gezonde verstand. Gelukkig zijn er al initiatieven in het onderwijs. In het voortgezet onderwijs wordt op 150 scholen het vak Filosofie al gegeven maar slechts 10% van de vwo leerlingen en enkele havoleerlingen doen er eindexamen in. De Vereniging voor Filosofiedocenten in het Voortgezet Onderwijs streeft naar uitbreiding. Wat mij betreft ook (en juist) in mbo en vmbo onderwijs. Daar is vast wel een passende vorm voor te vinden. Verder biedt de ISVW (International School voor Wijsbegeerte) beroepsopleidingen voor docenten over filosofie met jonge kinderen.

Zo ontstaan nieuwe generaties die hebben geleerd anders en kritisch te denken. En niet alles voor zoete koek te slikken.

 

(*) Geestverruimer Hysop 12-11-2016

Column Aleid Truijens De Volkskrant 19-11-2016